OVER DE SCHRIJVER

Die verhalen werden een ware hype. Onze meiden vertelden er over aan vrienden. En voor ik het wist, zat ik op de bedranden of hing ik boven ledikanten van de kids van onze vrienden de verhalen te vertellen van Mielowiets, het kipje met de mensenvoeten. Praktisch altijd met als resultaat een lekker slapend, en hopelijk blij dromend, kind.

Had ik er toen maar een opnameapparaat bijgezet. Dan was het eenvoudig geweest, een kinderboek schrijven. Nu was het leuk. Tijdens de vader- & dochterdiners die verhalen van toen boven water krijgen. Gravend in onze geheugens hebben we de 15 leukste uit de vergetelheid gerukt.

De meeste vrijdagmiddagen hield mijn secretaresse, Tinyta Zandstra, vrij. In de Poldermolen Goliath, in de Eemshaven, trok ik mij dan terug. Ploeterend in eenzaamheid, maakte ik elke vrijdagmiddag een verhaal. Als een ode aan alle kinderen van de wereld.

Harm D. Post

Al deze verhalen zijn verzonnen. En mogen dus verteld en vrij gekopieerd worden. Zonder Ida Wierenga, molenaarster van de poldermolen Goliath,was het schrijven van dit boek niet gelukt. Zij hief mijn writersblock geregeld op door me fantastisch te verzorgen met lekkere hapjes, Heerensoep, thee en bonbons.

Het moeilijkste was het voorleggen van mijn ruwe verhalen aan de meeleesredactie: mijn grote liefde Anneke, mijn in de zeegeschiedenis gepromoveerde schoonzus Els, vriendin Tineke Kloosterhuis, mijn oudste en zeer belezen vriend en begenadigd pianist Willem Grezel en mijn beide meiden. Genadeloze kritiek was mijn deel. Taalfouten werden honend en in fel rood in de tekst aangegeven. Vijf verhalen vielen af. Scoops werden toegevoegd, waarvan ik dacht: “Waarom heb ik ze zelf niet bedacht?” Maar mijn verhalen zijn er beter van geworden. Dank jullie wel.

Zijn werkzame leven

Na mijn HBO-studie verkeers- en vervoerseconomie aan de Verkeersacademie in Tilburg, werkte ik twee jaar bij de provincie Zuid-Holland. Dat beviel niet: niet concreet genoeg, te weinig handelsgeest en te veel lange termijn plannen op gebieden waar de provincie niet veel te zeggen had. Dus van baan veranderd. De Groninger Autobus Onderneming, Gado, zocht een junior chef vervoer. Dit was het begin van mijn carrière van ruim 20 jaar in het personenvervoer.

De eerste jaren stonden in het teken van een grote reorganisatie: van de 19 vestigingen van Gado moesten er 11 gesloten worden. Ik zie me nog als knaap van 27 jaar in café de Drie Musketiers in Ter Apel staan. De chauffeurs moest duidelijk gemaakt worden dat de vestiging echt dicht ging en ze voortaan hun werk vanuit Stadskanaal moesten doen. De bovenzaal van het café was blauw van de rook. Ze waren er klaarblijkelijk al even.

Vooroverleg. Door de rook ontwaardde ik niet alleen 20 chauffeurs, maar ook hun vrouwen. Ze waren er op tegen. Het was actie in Oost Groningen en dus waren de vrouwen mee. Om hun argumenten kracht bij te zetten. Die solidariteit en bevlogenheid beviel me. Daar eerlijkheid tegenover gezet. En, toen de vragen in herhaling vielen, de gesprekken aan de tap voortgezet.

De reorganisatie ging gewoon door. Daarna veelvuldig, lopend in de stad Groningen, toeterend aangehouden. Raampje van de bus open: “Post, heb je verrot gescholden maar wil je even zeggen dat het me toch goed bevalt in Stadskanaal. Hoi”. Realiseerde me later dat ik toen van de recht door zee mentaliteit van de Groningers ben gaan houden. Mooie tijd onder leiding van Ton Kaper. Poos taxi-ondernemer geweest. En ons tourigcarbedrijf gerund. Vier stakingen gemanaged, waarvan één van zes weken tegen het kabinet Lubbers I. Hecht Management Team, dat wist wat het wilde. Veel geleerd op het gebied van teambuilding, omgaan met personeel en in- en externe communicatie. Het zegt veel dat het Management Team van toen elkaar nog steeds jaarlijks ontmoet.

De vervoersholding waar Gado deel vanuit maakte, Verenigd Streekvervoer Nederland (VSN Groep), kocht eind 80-er jaren de bedrijven van taxiondernemer Henk van de Wal. Hij werd Algemeen Directeur van de Hanze Vervoer- en Techniekgroep. ‘Vervoer van de wieg tot het graf’ was ons motto. En dat konden we ook: in onze ambulances werd je geboren, met onze bussen ging je naar school, met taxi’s en auto’s (Mercedes Benz dealer waren we) naar je werk, ziekenvervoer als je niet meer zelf kon rijden en rouwvervoer als je de pijp uit was. Dat hele scala aan vervoer verzorgden we. Van v.d. Wal veel opgestoken voor wat betreft kostenbewaking. En mijn handelsgeest werd aangewakkerd. Als kleine jongen verdiende ik mijn eerste geld door kievietseieren te zoeken en aan een restaurant te verkopen. Of duiven, zgn. aanvliegers, op de veemarkt in Utrecht te verkopen aan de kroketindustrie.

Nu ging ik bussen kopen. Altijd via de twee merken tactiek. Of een iets duurdere wasmachine nemen, maar tegelijk twee nieuwe servicewagens aan de leverancier verkopen. Mercedessen natuurlijk. Ik werd directeur van Gado, de streekvervoerpoot van de Groep. Via de holding in die periode jaarlijks ca. 8 weken in de Ukraïne gewerkt. Bij busbedrijf 14128 in Krivoy Rog. Een mijnstad van 1,2 miljoen inwoners halverwege tussen Kiëv en Odessa. Daar de bedrijfsvoering op westerse leest geschoeid en nederlandse bussen geïmporteerd. De personenvervoermarkt werd geliberaliseerd. Buitenlandse ondernemingen aasden op een positie op de Nederlandse markt. Arriva, de beursgenoteerde Engelse vervoerder, kocht de complete Hanze Vervoer- en Techniekgroep.

Directeur NoordNed, bussen en treinen in Friesland, werd ik. En de leider van de taskforce voor de aanbesteding van vier spoorlijnen in Noord Nederland: van Groningen naar Leeuwarden, Roodeschool, Delfzijl en Nieuweschans. De Nederlandse Spoorwegen dreigen de lijnen op te heffen. Er moet teveel geld bij. We winnen de eerste aanbesteding van treinlijnen in Nederland. Zes aanbiedingen waren er, waarvan een stuk of drie van buitenlandse concurrenten. We maakten een plan waarbij een veel efficiëntere personeelsinzet tot een kostenreductie van 30% leidde. Onze troef: een akkoord met de vakorganisaties over een baangarantie voor alle medewerkers van de Nederlandse Spoorwegen.

Na die intensieve periode begon het te knagen. Ik kwam problemen tegen die ik al een keer had opgelost. Dan ben je ontvankelijk voor wat anders. Ben altijd bestuurlijk behoorlijk actief geweest: Jong Management van VNO NCW Noord, VNO NCW Noord, Vereeniging van Handelaren, Rotary etc. Via dat netwerk kwam de tip binnen dat nu dé baan voor mij in de aanbieding was: Directeur Groningen Seaports.

Werken op het snijvlak van markt en politiek. Het slechte imago van met name de Eemshaven opveizelen. De medewerkers weer trots maken op hun bedrijf. Veel zakenvrienden verklaarden me voor gek. Die geloofden ook niet in de Groninger Zeehavens. Ik wel. Zorgvuldig zijn we gaan werken aan dat imago. Communiceren alleen contracten en geen contacten. Anders moet je steeds uitleggen dat een prospect niet doorgaat. En verandert je imago dus nooit. Investeren in verkooptalent (accountmanagers) is de tweede actie. We zetten het programma “Zout aan de broek” in de markt: vis eten & jenever drinken, speedboottocht en bij een recent gevestigd bedrijf op bezoek. In 2004 wil haast niemend komen, want wat is er nou te zien? Dus penetreren we in zakelijke netwerken. In 2008 hebben we 4000 zakelijke gasten op dit programma. En na afloop komen er steevast ondernemers naar ons toe, die verder willen praten over de mogelijkheden van de Groninger Zeehavens. En dan zetten we één van onze messcherpe accountmanagers er op. Als je dan ook je Haagse contacten op orde hebt (voor de infrastructuur) en consequent de ruimte en lage grondprijzen uitdraagt, heb je een succesvolle mix. Die maakt in 2008 van Delfzijl de nr. 1 in de Rabo top 40 van industrieel best presterende regio’s. Met dank aan de enorme investeringen van de chemische industrie van de afgelopen jaren. En de Eemshaven staat nu op 5. Maar ik voorspel dat die binnen 3 jaar op één staat. Want: “Hallo Den Haag! In EnergyPort Eemshaven wordt 5 miljard in energie geïnvesteerd en maken we over 4 jaar 35% van alle Nederlandse stroom. En slaan we een fiks deel van de strategische olievoorraden van ons land op. De LNG-terminal voorkomt dat we te afhankelijk worden van de “pijp van Poetin”, de Nordstream pijpleiding die nu in de Baltische Zee wordt aangelegd.”

De schrijver persoonlijk

Geboren in 1953 in Amersfoort. Opgegroeid in het dorpje Westbroek, vlakbij Utrecht. Een ferm, christelijk dorp met een deel gereformeerde kerkbezoekers en een ander deel hervormd. Duizend inwoners, maar met twee kerken en twee lagere scholen. Vader Harry was er huisarts. Van het oude stempel, dus met de apotheek aan huis. Die werd gerund door moeder Maps. In de huidige tijd is de huisarts van toen onvoorstelbaar. Elke dag reed vader Harry een vaste route langs alle patiënten. Wie de dokter nodig had bond een witte doek aan de brug of het hek. En als er
een noodgeval was, belde moeder Maps de enkeling op die telefoon had met de vraag: “Hebt u mijn man al voorbij zien komen?” Om er vervolgens de huishoudster per fiets op af te sturen. 

Opgegroeid als plattelandsjongen. Polstokspringend kievietseieren zoeken en verkopen aan het restaurant in het dorp. Postduiven (de zgn. “aanvliegers”) vangen en verkopen op de veemarkt in Utrecht aan de kroketindustrie. Een kraai uit een nest halen en tam maken. Zelf een verzameling eieren, van zoveel mogelijk verschillende vogels, aanleggen. Kortom altijd buiten spelen.

Lager onderwijs op de Hervormde School met den Bijbel in Westbroek. Vanaf de 5e klas naar de Bilderdijkschool in Tuindorp, Utrecht. Daar klaargestoomd voor de HBS-B, waar je toen nog toelatingsexamen voor moest doen. Eerste keer gezakt, zonder te weten dat daarmee het Rotary lidmaatschap aanstaande was. Want in 1991 bleek je minimaal één keer een klas gedoubleerd te moeten hebben om lid te mogen worden van de Rotaryclub Groningen Noord.

Plotseling de overgang naar de grote stad. Vader Harry werd geriater. Het statige doktershuis met de grote tuin en een heus bos, werd een flat in Hengelo (O). Jaartje later een huis met kleine tuin. Toen een brommer aan de orde was, dus geen Kreidler of Zündapp. Nee, Harm is nu een stadse jongen: een Tomos dus. Een lichtblauwe met easy rider stuur. Daar op zijn 18e zijn grote liefde ontmoet: Anneke van Eijck van Heslinga. Niet van Friese adel, zoals hij eerst dacht. Maar nazaat van een weeskind, die zich uitdankbaarheid voor het gezin dat hem onderdak bood, van beider namen voorzag.

Studiekeuze was niet eenvoudig. Cultuurtechniek (plattelandsopvoeding kwam weer boven) of verkeers- en vervoerseconomie. Vanwege de werkgelegenheidsvooruitzichten gekozen voor de verkeerskunde. Tilburg, daar moest een kamer gezocht worden. Toevallig kwamen er twee vrij in hetzelfde huis aan de Kardinaal van Enckevoortstraat in Tilburg. Gouden kans om te gaan ‘hokken’. Tijdens de terugrit van drie uur tijd zat om te bedenken hoe het de wederzijdse ouders te vertellen. Eerste baan bij de provincie Zuid -Holland. Wonen in een flat in het volle westen geen groot succes. Na twee jaar overgestapt naar de Gado. Terug naar het dorpse leven, waar mensen nog aandacht voor elkaar hebben: Winsum. In het personenvervoer ruim 20 jaar gewerkt. Als taxiboer, touringcarondernemer, consultant in de Oekraïne en tot slot als directeur van NoordNed (bussen en treinen in Fryslân en Groningen). Toen aantal organisatorische problemen voor de tweede keer langskwamen, de overstap gemaakt naar Groningen Seaports. Een waardeloos imago omtoveren in een groeiparel, was de opdracht. Lukt aardig vanwege het uitgebreide zakelijke netwerk waar jaren zorgvuldig aan gewerkt is.

Twee meiden gekregen in Winsum. Nienke in 1981 en Jolien in 1983. Zij inspireerden tot “Mielowiets, het kipje met de mensenvoeten”. Want tijdens de kampeervakanties werd daar elke avond een spannend verhaal over verteld in de tent of vouwwagen. Dat altijd goed afliep, zodat ze lekker kunnen slapen. Huis en tuin bleven de grote hobby’s. Kopen in 1994 ons droomhuis aan de Hoofdstraat in Winsum. Verwaarloosd prachtig oud herenhuis uit 1906. Restauratie vergt 5 jaar. Harm managed de opknapbeurt van huis en tuin. Anneke richt het uiterst smaakvol in. Reizen met vrienden blijft een grote passie. Daar ook het eerste boek met reisverhalen over uitgegeven: “Hou vol, hou vol, nog zeven werst Sebastopol”. Grote liefde Anneke gaat na de kleuterperiode weer aan het werk. Eerst in de reclamewereld, daarna op de receptie van een gehandicapteninstelling. Als de meiden uit huis gaan, ontstaat het vader- & dochterdiner. Eénmaal per maand uit eten. Bij toerbeurt een restaurant kiezen. Harm steeds de hoofdsponsor. Schrijven na afloop beiden een column. Mag overal over gaan. Komen tot diepzinnige gesprekken en de columns vormen een prachtbeeld van onze drie levens. Bij afstuderen van de kids vormen de gebundelde columns het cadeau. Het boek “Nienke, vader- en dochterverhalen” is er. Nienke werkte in de gehandicaptenzorg, nu met autistisch jong volwassenen. Jolien heeft haar boek ook. Zij studeerde aan de Hogeschool van Amsterdam. Hotel-& Hospitalitymanagement komt wat dichter bij mijn eigen belevingswereld. Inmiddels is ze assistent hotelmanager van een groot hotel in het centrum van Groningen.

Ook actief in besturen van “dingen die er toe doen”. Wat je niet doet vanwege het geld, maar als vrijwilliger. Omdat het belangrijk is in de maatschappij of in een mensenleven en voor levensevenwicht zorgt. En gewoon leuk en interessant is, ook voor je grote liefde: Kinderboekenhuis Winsum, Vrienden van Opmaat Bedum (gehandicaptenzorg), Stichting Maggies Nederland (sociaal-psychische hulp kankerpatiënten), Honorair Consul Noorwegen.

Scroll naar top